Gepubliceerd op door

Wanneer is een stichting vennootschapsbelastingplichtig?

Wanneer is een stichting vennootschapsbelastingplichtig?

Bestuurders van stichtingen nemen vaak het standpunt in dat de stichting niet vennootschapsbelastingplichtig is, omdat ze van mening zijn dat de stichting niet naar winst streeft. Geregeld blijkt dat standpunt niet juist te zijn. Vragen van de Belastingdienst zijn vaak de aanleiding om te onderzoeken of een stichting vennootschapsbelastingplichtig is. Men komt dan tot de ontdekking dat er in het verleden te weinig aandacht is geweest voor de eventuele belastingplicht van de stichting. En kan enkel meegaan in het door de Belastingdienst ingenomen standpunt. Hierna wordt ingegaan op wanneer een stichting belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (winstbelasting). Vervolgens worden de aandachtspunten behandeld waarop gelet moet worden in relatie tot de vennootschapsbelastingplicht. Tot slot geven wij handvatten om buiten de vennootschapsbelastingheffing te blijven.

Een stichting is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting voor zover er een onderneming wordt gedreven. Er is sprake van het drijven van een onderneming als aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

  1. Er is sprake van een organisatie van arbeid en kapitaal
  2. Er wordt deelgenomen aan het economische verkeer
  3. Er is sprake van een winst treden.

Aan de eerste twee voorwaarden is meestal voldaan. In discussies met de Belastingdienst gaat het veelal om de vraag of aan de derde voorwaarde is voldaan: het winststreven. In de meeste gevallen is aan de eerste twee voorwaarden voldaan.

Winststreven

Veel bestuurders nemen het standpunt in dat de stichting geen winststreven heeft omdat er niet beoogd wordt om winst te maken. Vaak wordt de winst gereserveerd in een bestedingsreserve. Bijvoorbeeld een bepaald bedrag om de personeelskosten nog gedurende een bepaalde periode door te kunnen betalen. Het toevoegen van resultaten aan een bestedingsreserve kan een indicatie zijn voor de Belastingdienst dat aan het winststreven wordt voldaan. De rechter heeft al eens bepaald dat er naar de feitelijke situatie gekeken moet worden. Uiteindelijk zal als er jaarlijks een positief resultaat behaald wordt er sprake zijn van een winststreven. Daarnaast moet beoordeeld worden of de gevormde reserve een fiscaal toelaatbare reserve is, als dat niet het geval is, is voor fiscale doeleinden sprake van winst maken.

Wel of niet met het gehele vermogen een onderneming drijven

Als er sprake is van het drijven van een onderneming, kan dat met het gehele vermogen van de stichting dan wel met een deel van het vermogen. Voor zover er sprake is van beleggen, maken de beleggingsresultaten meestal geen deel uit van het fiscale resultaat. Dat kan anders zijn op het moment dat er winsten uit de onderneming tijdelijk herbelegd worden. Om te beoordelen of eventueel een deel van de winst buiten de belastingheffing blijft, is de redactie van de statuten van de stichting van belang.

Fictiebepaling vennootschapsbelastingplicht

Ook als niet voldaan is aan het winststreven, kan er toch vennootschapsbelasting verschuldigd zijn als er in een jaar winst wordt gemaakt. In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) is een fictiebepaling opgenomen. Als de activiteiten van de stichting uiterlijk overeenkomen met een door een natuurlijk persoon of een besloten vennootschap gedreven onderneming, is er ook sprake van vennootschapsbelastingplicht. Alleen in de jaren dat er voldoende winst wordt gemaakt, zal deze fictiebepaling belastingheffing tot gevolg hebben.

Beperkte exploitatie-overschotten

Als de winst van de stichting in een jaar niet hoger is dan € 15.000, dan wel in het jaar zelf en de daaraan voorafgaande vier jaar in totaliteit niet meer dan € 75.000 winst wordt gemaakt, is de stichting vrijgesteld op grond van de Wet Vpb. Dus een stichting met een jaarlijks gering exploitatie-overschot hoeft geen vennootschapsbelasting te betalen. De vrijstelling op grond van de wet is een aandachtspunt. Verliezen worden niet bij beschikking vastgesteld, als er niet tijdig voor vennootschapsbelastingplicht is geopteerd. Dat kan betekenen dat er gedurende een aantal jaren verliezen opkomen, deze niet voor verrekening met toekomstige winsten in aanmerking komen. Als er in de toekomst een forse winst wordt behaald, die de eerdere verliezen goedmaakt, kan daarover vennootschapsbelasting verschuldigd zijn. Door de eerdere verliezen vast te laten stellen, kunnen deze met toekomstige winsten verrekend worden. Lees meer hierover in een eerder blog.

Subsidie

Veel stichtingen ontvangen subsidies van de overheid om bepaalde taken uit te voeren. Op basis van de subsidievoorwaarden zal beoordeeld moeten worden of de ontvangen subsidie meetelt om het fiscale resultaat te bepalen. In een besluit uit 2005 heeft de Staatssecretaris van Financiën bekend gemaakt wanneer een subsidie meetelt om het fiscale resultaat te bepalen en wanneer de subsidie niet meetelt.

Als de subsidies deel uitmaken van het fiscaal belastbare resultaat, kunt u overwegen om afspraken te maken met subsidieverstrekkers. Zo kan vennootschapsbelastingplicht worden voorkomen, op het moment dat er in een jaar teveel winst wordt gemaakt. Afgesproken kan worden dat een deel van de subsidies worden terugbetaald. Met de financiers van de stichting kan eenzelfde afspraak worden gemaakt. Dat hun financiële bijdrage wordt verminderd tot een bedrag dat de stichting binnen de hiervoor genoemde grenzen blijft om vennootschapsbelastingplicht te voorkomen.

Vraag tijdig om uitreiking van een aangiftebiljet als er vennootschapsbelasting verschuldigd is

Zodra een stichting vennootschapsbelastingplichtig is, is het de verantwoordelijkheid van de bestuurders om aan de aangifteverplichtingen te voldoen. Dat betekent dat de bestuurder tijdig moet verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet vennootschapsbelasting. Gebeurt dat niet, dan kan de Belastingdienst een boete opleggen. Daarnaast zal er 8% belastingrente verschuldigd zijn als de verschuldigde vennootschapsbelasting niet tijd is betaald. Lees meer hierover in een eerder blog

In 2021 is over de winst tot € 245.000 15% vennootschapsbelasting verschuldigd, over hogere winst is 25% verschuldigd. Volgend jaar is tot een winst van € 395.000 15% winstbelasting verschuldigd en over het meerdere 25,8%.

Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor bestuurders?

  1. Inventariseer of de stichting vennootschapsbelastingplichtig is. Laat een notitie opstellen waarin onderbouwd wordt als er geen sprake is van vennootschapsbelastingplicht en bewaar deze in de administratie.
  2. Monitor jaarlijks of activiteiten en/of inkomensstromen wijzigen, waardoor de notitie mogelijk moet worden bijgewerkt.
  3. Maak afspraken met subsidieverstrekkers over terugbetaling van (een deel van) de subsidie op het moment dat de stichting dreigt vennootschapsbelastingplichtig te worden.
  4. Vraag tijdig om uitreiking om een aangiftebiljet als er vennootschapsbelasting verschuldigd is.

Tot slot zijn de omzet- en loonbelasting ook aandachtspunten. De eventuele verschuldigdheid van omzetbelasting over ontvangen subsidies. Het wel of niet moeten inhouden en afdragen van loonheffingen over betalingen aan vrijwilligers en bestuursleden. Geregeld vindt er ten onrechte geen inhouding en afdracht van loonheffingen plaats.

Wilt u meer weten over voorgaande dan helpen wij u graag. Daarvoor kunt u contact opnemen met mr. Ewoud de Ruiter - fiscalist: 030 - 687 0 383