Gepubliceerd op door

Fiscus start handhaving Wet DBA door opzeggen van Uniforce overeenkomst

Fiscus start handhaving Wet DBA door opzeggen van Uniforce overeenkomst

Met de invoering van de Wet DBA (Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties) en het vervallen van de verklaring arbeidsrelatie (VAR) loopt de opdrachtgever het risico om als werkgever aangemerkt te worden van de ingehuurde zzp’er met inhoudingsplicht van loonheffingen als gevolg. Om dit risico weg te nemen wordt de declarabele uren bv (DUBV) of zzp bv als oplossing gepromoot. Ik ben altijd kritisch geweest ten aanzien van het gebruik van de zzp bv, omdat je zekerheid verkrijgt tegen hoge kosten voor de zzp’er. Zie ook mijn eerdere blog. Hoe groot die zekerheid precies is voor de opdrachtgever, bleef altijd onduidelijk. Natuurlijk is er een vaststellingsovereenkomst gesloten met de Belastingdienst in het geval van de DUBV, waarin een en ander is vastgelegd, maar wat nu als de Belastingdienst de arbeidsrelatie toch gaat beoordelen?

Wat houdt het Uniforce-concept in?

Op grond van het Uniforce-concept houdt de directeur grootaandeelhouder (DGA) of zzp’er 20% van de aandelen met stemrecht in de bv, de andere 80% van de aandelen met stemrecht worden door Uniforce gehouden. Daarnaast houdt de DGA de aandelen met winstrecht. Op grond van de aandelenverdeling is de DGA verplicht verzekerd voor de premies werknemersverzekeringen. De zzp bv draagt zorg voor de afdracht van de premies werknemersverzekeringen.

Inmiddels blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag dat de Belastingdienst het Uniforce-concept opnieuw heeft beoordeeld in het licht van de nieuwe Wet DBA. Bij die beoordeling is in de loop van het jaar 2016 een looncontrole uitgevoerd bij 10 DUBV’s, in 7 gevallen is geconstateerd dat er een (fictieve) dienstbetrekking bestaat tussen de opdrachtgever en de Uniforcer. De Belastingdienst heeft geen correctie voor de loonheffingen vastgesteld, omdat op grond van de vaststellingsovereenkomst over het Uniforce-concept de loonheffingen al waren afgedragen door de DUBV.

Ook bij de DUBV moet de werkrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer beoordeeld worden

De Belastingdienst is van mening dat de werkrelatie tussen de Uniforcer en de opdrachtgever beoordeeld moet worden in het licht van de Wet DBA. Dat betekent dat beoordeeld moet worden of er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. Met de voor het Uniforce-concept gebruikte overeenkomst, is daar in veel gevallen sprake van. Die overeenkomst moet aangepast worden. Volgens de Belastingdienst kunnen de gepubliceerde modelovereenkomsten gebruikt worden. De omstandigheid dat op het niveau van de DUBV de verschuldigde belastingen en premies worden voldaan, is niet van belang volgens de Belastingdienst. Het niet uitvoeren van de toets of er op het niveau van de opdrachtgever/opdrachtnemer sprake is van een arbeidsverhouding is mogelijk concurrentieverstorend. Concurrentieverstorend voor opdrachtgevers, die wel aan zo een toets worden onderworpen alvorens zij zekerheid krijgen over de inhoudingsplicht.

Er waren meer initiatieven, vergelijkbaar met de DUBV, die om een vergelijkbare vrijwaring verzochten. Dit was ook een reden voor de Belastingdienst om de overeenkomst op te zeggen, om een gelijk speelveld te creëren en om concurrentievervalsing te voorkomen.

Per 1 januari 2020 het gebruik van de ZZP bv ten einde

Uiteindelijk heeft de Belastingdienst de Uniforce vaststellingsovereenkomst per 1 januari 2020 opgezegd. Tot die tijd kan de Uniforcer werken volgens de bestaande afspraken. Voor de per 1 juli 2018 bestaande DUBV’s geldt de overgangsmaatregel. Voor nieuw toetredende DUBV’s geldt deze niet meer. Dat betekent dat voor na 1 juli 2018 opgerichte DUBV’s geen beroep meer gedaan kan worden op de gemaakte afspraken.

Deze uitspraak maakt duidelijk hoe de Belastingdienst aankijkt tegen het gebruik van een DUBV of zzp bv in relatie tot de Wet DBA. Opdrachtgevers kunnen niet zonder beoordeling van de werkrelatie zzp’ers inhuren. Dat de zzp’er heeft geregeld dat hij als werknemer voor de sociale verzekeringen wordt gezien is dus geen reden om van de toets af te zien. Daarmee komt het gebruik van alle met het Uniforce-concept, de DUBV, zzp bv of vergelijkbare concepten in een ander licht te staan. Zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer /zzp’er moet zich hiervan bewust zijn. De werkrelatie en de daarbij behorende gesloten (model)overeenkomst (van opdracht) blijft van belang.

mr. Ewoud de Ruiter is fiscaal jurist en directeur van 3RRR Belastingadviseurs bv 030 – 687 0 383