Nu de Wet DBA is ingevoerd zijn opdrachtgevers en –nemers met elkaar in overleg over hoe de inhuur van tijdelijke arbeidskrachten vanaf 1 mei te organiseren. Als een opdrachtgever vermoedt dat de Belastingdienst een loondienstbetrekking constateert, wordt die (terecht) huiverig om zzp-ers in te huren. Partijen gaan dan in overleg over de vraag hoe de inhuur dan te organiseren.
In een eerder blog heb ik geschreven over de ZZP-Oké en Uniforce DUBV concepten. Dit zijn zoals ik toen concludeerde kostbare oplossingen door de hogere belasting- en premieheffing. Dat zijn bv’s waarbij de DGA in een loondienstbetrekking staat en die premies werknemersverzekeringen inhoudt en afdraagt. Iets minder kostbaar is het gebruik van een “gewone” BV waarbij de dga voor de premies werknemersverzekeringen niet in een loondienstbetrekking staat, maar werkt dat ook? Of zijn er andere oplossingsrichtingen denkbaar als een zzp-er als eenmanszaak niet meer ingehuurd wordt?
Gebruik BV zal vaak geen oplossing vormen om uit de loondienstbetrekking te blijven
Als gebruik gemaakt wordt van een BV, zal beoordeeld moeten worden of die bv een reële betekenis heeft. In veel gevallen zal de Belastingdienst het gebruik van de BV wegdenken en de gemaakte afspraken toerekenen aan de directeur grootaandeelhouder/opdrachtnemer. Veelal wordt gebruik gemaakt van een BV, die de opdracht aanneemt, waarbij de dga/natuurlijke persoon die opdracht uitvoert. De bepalingen voor het constateren van een arbeidsovereenkomst, zijn ook hier van belang. Kan de opdrachtgever feitelijk dwingende aanwijzingen geven aan dga/natuurlijk persoon, moet hij het werk persoonlijk verrichten en wordt er betaald voor de werkzaamheden, dan is voldaan aan de voorwaarden voor de loondienstbetrekking.
Als wat opdrachtgever en opdrachtgever hebben afgesproken meer afwijkt van wat werkgever en werknemer veelal afspreken, zal eerder sprake zijn van een overeenkomst van opdracht en geen arbeid. In de praktijk zal meestal blijken dat de BV geen oplossing biedt als men zo tracht de loondienstbetrekking te ontwijken, omdat de Belastingdienst daar doorheen zal kijken.
Gebruik maken van een coöperatie of vennootschap onder firma wel een oplossing met aandachtspunten
Als verschillende ondernemers zich gezamenlijk organiseren in een coöperatie of een vennootschap onder firma kan dat een oplossing kunnen bieden om van de dienstbetrekking weg te blijven. De coöperatie of vennootschap onder firma is dan de opdrachtnemer. Er wordt geen overeenkomst van opdracht aangegaan met een individuele natuurlijke persoon of zijn BV, maar met de vof of coöperatie. Die zorgt voor de uitvoering van de opdracht en is ook verantwoordelijk voor het eindresultaat. Daarbij is de vof of coöperatie vrij om te kiezen wie de opdracht uitvoert.
De participanten/vennoten moeten op gelijkwaardige basis samenwerken binnen de coöperatie of vennootschap onder firma, wil je binnen het samenwerkingsverband niet tegen loonheffingen aanlopen. Als er ondergeschiktheid ontstaat tussen deelnemers onderling, loop je tegen inhoudingsplicht loonheffingen aan. Iets wat men nu juist probeert te voorkomen.
In de uitvoering hebben de coöperatie en de vof een aantal aandachtspunten. Veel zzp-ers waarderen hun eigen vrijheid als ondernemer, het is de vraag of zij zichzelf op gelijkwaardige basis zien ondernemen/samenwerken met mede zzp-ers. Dat is wel een belangrijke voorwaarde om de coöperatie of vof tot een succes te maken. Ook zal de vof of coöperatie voldoende afstand moeten bewaren tot de opdrachtgever. Die mag dus geen bemoeienis hebben met het opzetten en besturen van de vof of coöperatie. Of met wie er wel en niet namens de vof opdrachten mogen uitvoeren.
mr. Ewoud de Ruiter – directeur Apollo Tax bv 030 – 687 0 383