Bij ondernemers met een IB-onderneming komt op enig moment de vraag op of het aantrekkelijk is om de onderneming vanuit een besloten vennootschap voort te zetten. Bij de keuze om al dan niet vanuit een besloten vennootschap te gaan ondernemen spelen verschillende aspecten, waaronder fiscale. Al deze aspecten worden behandeld. De praktijk leert namelijk dat het ondernemen vanuit een BV vanuit fiscaal oogpunt in veel gevallen minder aantrekkelijk is dan ondernemen vanuit een eenmanszaak. Vaak wordt de ondernemer geconfronteerd met een hogere belastingdruk nadat de eenmanszaak in een BV is ingebracht. Hierna gaan wij onder andere een op de verschillende motieven om een besloten vennootschap op te richten, waarom het fiscaal voor- en nadelig is om vanuit een BV te ondernemen. Tot slot gaan we in op de verschillende mogelijkheden om de BV op te richten: via de geruisloze inbreng (artikel 3.65 Wet inkomstenbelasting 2001 / zonder afrekenen) en de ruisende inbreng (met afrekenen).
Als u dit memorandum gelezen hebt kunt u voor uzelf bepalen of u uw IB-onderneming moet inbrengen in een BV.